Isabelle
23 jaar, bedrijfsanalist

Klacht: RSI, spier en gewrichtsklachten

Mijn klachten begonnen vlak voor de zomer. Ik moest voor mijn master samen met anderen nog een project afmaken, en in diezelfde tijd werd ik door een groot accountantskantoor geselecteerd om in Barcelona een opdracht te gaan uitvoeren. Naar aanleiding van het resultaat zou ik mogelijk een baan aangeboden krijgen. Dat waren dus twee belangrijke dingen die tegelijkertijd liepen. Voor dat master project had ik de taak op me genomen om de  hele lay-out te doen. Ik vond dat leuk, maar had het wel een beetje onderschat.

Ik dacht; straks ben ik klaar en herstelt het vanzelf.

Op een gegeven moment had ik hier nog twee dagen de tijd voor, terwijl ik geen muis en geen fatsoenlijk beeldscherm had. Toen heb ik alles op alles gezet om het toch af te krijgen. Ik heb zonder te stoppen uren achter elkaar doorgewerkt. Ik zat verkrampt achter het scherm. Ik voelde de pijn al een beetje in mijn hand sluipen, maar dacht; straks ben ik klaar en herstelt het vanzelf.

Toen het eindelijk was ingeleverd, viel er een last van me af. Echter, de pijn in mijn rechterhand bleef. Er stond ook heel veel spanning op mijn onderarm en dat trok dan door naar mijn bovenarm en schouder. Het was een soort van brandende spierpijn.

Mijn ouders zijn allebei arts. Ze zeiden allebei dat het ging om een overbelaste spier en dat ik vier tot zes weken rust moest houden. Vier tot zes weken?! Zoveel tijd had ik helemaal niet! Ik moest nog een scriptie schrijven en die wilde ik binnen één maand af hebben.

Dingen moeten van mij snel af, dan kan ik weer door.

Ik heb altijd heel veel haast. Dingen moeten snel af, dan kan ik weer door. Als kind wilde ik al geen kind zijn, maar meedoen met de ‘grote mensen’. Ik had een hekel aan ‘stilstaan’, want dat gaf mij het gevoel dat ik mijzelf niet verbeterde. En ik wilde uitblinken!
Even dacht ik nog; misschien kan ik gewoon wat minder hard aan die scriptie werken, dan haal ik een 6 en is dat ook goed. Maar mijn ouders zeiden: ‘Je wil die 8 halen…. toch?!’ Diep van binnen had ik eigenlijk willen horen: ‘Lieverd, doe maar. Een 6 halen is niet het einde van de wereld. Het hoeft allemaal niet zo perfect.’ Mijn vriendinnen zeiden dat wel, maar mijn ouders staan op een voetstuk, van hen neem ik veel aan.

Ik kreeg uitstel voor het inleveren. Dat gaf ruimte, maar de pijn nam niet af en ik besloot rust te houden. Ik heb toen vier weken lang mijn computer niet aangeraakt, ook mijn telefoon raakte ik dagen niet aan. In die periode ging ik met mijn zusje en ouders mee op vakantie. Met mijn zusje deed ik een outdoor activiteit op zee waarbij je in een grote band moest gaan zitten en je stevig moest vasthouden anders zou je in het water vallen. Toen ik erin zat, dacht ik al direct; o nee, dit maakt alles vast erger! Hierna werd de pijn inderdaad tien keer zo erg. Het gebeurde aan het einde van de vakantie en dat was tevens het einde van de rustperiode die ik mij had voorgenomen.

Ik was heel boos op mijzelf. Wekenlang had ik extreem voorzichtig gedaan en nu was ik zomaar in die band gaan zitten. Ik had het niet serieus genoeg genomen! Ik werd bang dat de pijn nooit meer over zou gaan. Ik begon te piekeren. Straks zou ik niet kunnen gaan werken. Want ik had ondertussen een baan bij dat accountantskantoor aangeboden gekregen. Het contract was al getekend. Misschien zou ik wel arbeidsongeschikt worden… En die scriptie was dus ook nog niet af. Op een gegeven moment bestond mijn hele dagbesteding uit het mij zorgen maken over hoe het nu verder moest?!

Toen ik bij mijn ouders over psychische hulp begon zeiden ze: ‘Je hebt toch geen geestelijke problemen?

De pijn kwam ook in mijn linkerarm. Ik vond dat logisch, want door mijn rechterarm te ontzien had ik mijn linkerarm natuurlijk meer belast. Er kwam zenuwpijn bij. Het gekke was wel dat de pijn niet consistent was. Het ene moment kon ik gewoon iets optillen en het andere moment kon ik niet eens mijn bestek vasthouden. Ook tandenpoetsen ging vaak niet, of mijn autogordel vastmaken. Ik had geen kracht meer in mijn handen. Soms kon ik nauwelijks mijn telefoon oppakken, laat staan een berichtje typen. Mijn moeder en toenmalige vriend hebben uiteindelijk geholpen met het uittypen van mijn scriptie.

Ik woonde al vijf jaar op mijzelf, hechtte veel waarde aan mijn vrijheid, en vond het verschrikkelijk om zo afhankelijk te zijn. Ik werd in alles op de rem gezet, maar ergens had ik het gevoel dat het niet voor niks was.

Mijn ouders adviseerden voornamelijk rust en acceptatie van de pijn. Een osteopaat zei dat het aan mijn houding lag en van een manueel therapeut kreeg ik te horen dat ik een zwakke pols had; ik werd door hem naar huis gestuurd met een spalk en oefeningen. Zelf had ik het gevoel dat het niet de juiste richting was. Bij mijn ouders heb ik een aantal keer mijn bedenkingen neergelegd; dat ik dacht dat mijn klachten mogelijk met stress te maken hadden. Maar toen ik over psychische hulp begon of iemand die er met een holistische blik naar zou kijken, zeiden ze: ‘Je hebt toch geen geestelijke problemen?’ Toch besloot ik mijn gevoel te volgen en dit verder te gaan uitzoeke

Uiteindelijk kwam ik uit bij de Amerikaanse arts, John Sarno. Hij heeft een paar boeken geschreven over de mind-body connectie en toen ik eenmaal op die weg zat, ging er een wereld voor mij open. Hij schreef dat veel onbegrepen lichamelijke klachten voortkomen uit het onderdrukken van emoties. Hij beschreef een risicoprofiel van mensen die vaak dit soort van klachten ontwikkelen. Bij dat profiel stond: perfectionisme, veel willen, jezelf wegcijferen en ‘please’ gedrag. Ik herkende mij daar sterk in. Ik heb toen mijn aankomende werkgever gebeld en gezegd: ‘Ik wil een maand later beginnen. Ik heb even de tijd nodig om alles op een rijtje te krijgen.’

Toen heb ik een afspraak gemaakt met een fysiotherapeute die klachten behandelde in de lijn van deze Amerikaanse arts. Zij richt zich puur op de behandeling van onbegrepen pijnklachten en begeleidt je bij het vinden en verwerken van de verdrongen emoties achter de klacht. We kwamen terecht bij mijn kindertijd. Ik was altijd heel braaf geweest, wilde mijn ouders graag pleasen en had nooit echt gepuberd. Huilen deed ik bijna nooit. Daar was ik trots op. Ook had ik nooit ruzie. Wel had ik als kind vaak last van buikpijn, blaasontsteking en netelroos zonder dat daar een verklaring voor gevonden werd. Ik had mijzelf altijd heel stabiel en gemakkelijk gevonden.

In de therapie kwam ik erachter dat ik emoties als woede en verdriet weliswaar nooit voelde, maar dat dit niet betekende dat ze er niet waren! Het bleek dat ik vaak alleen met de behoeftes van een ander bezig was en mijzelf daarbij wegcijferde. Diep van binnen riep dit woede in mij op. Woede die ik niet wilde voelen en onbewust onderdrukte in mijn lichaam. Het negeren van mijn eigen behoeftes zorgde zo voor de RSI-achtige pijn in mijn lichaam. Ik ontdekte ook dat diep in mij de overtuiging zat; ‘ik ben niet goed genoeg’.

Ik vond mijzelf altijd heel stabiel en gemakkelijk.

Jarenlang had ik geprobeerd om dit nare gevoel weg te poetsen door hard te werken, veel te sporten, andere mensen te helpen, hoge punten te halen en uit te blinken. In dat master jaar is die emmer overgelopen. Ik had zoveel van mijzelf geëist dat mijn lichaam aangaf; tot hier en niet verder, ga nu maar eens in de spiegel kijken

Een sleutel die ik daarbij heb gevonden is stilstaan. Iets wat ik vroeger dus vreselijk vond. Ik zag een patroon. Ik heb het gymnasium in vijf jaar afgerond in plaats van zes. Ik was 17 toen ik ging studeren en op kamers ging. Ik zou op mijn 22e beginnen aan een vaste baan. Waarom moest het allemaal zo snel? Ik besefte dat dit mijn manier was om uit te blinken; ik was in alles jonger dan de rest, dat maakte mij speciaal. En dan?? … Gefeliciteerd! Dan sta je stijf van de stress en heb je overal pijn. Ik weet nu, hoe meer weerstand je hebt over hoe het is, des te pijnlijker wordt de situatie.

In plaats van de pijn te vermijden, ben ik hem gaan onderzoeken. Ik heb hem als het ware helemaal ontrafeld: de angst, de overtuigingen erachter, de emoties die ik niet wilde voelen. Ik heb geaccepteerd dat het zo was en heb besloten om wél te gaan voelen. Als je namelijk accepteert hoe het is, heb je de ruimte om zelf je reactie te kiezen. Ik besefte dat mijn gevoel mijn vijand was geworden, dat ik ertegen was gaan strijden en op die manier juist pijn had gecreëerd!

Mijn gevoel was mijn vijand geworden.

Wat belangrijk is, is dat mensen beseffen dat het geen lijdensweg hoeft te zijn om naar jezelf te kijken. Het kan zo’n openbaring zijn en zelfs een beetje verlossend. Het kan je handvatten geven voor de rest van je leven.
Ik kom vrij licht over en als mensen mij leren kennen dan denken ze vaak; die zwiert lekker door het leven. Maar ik denk juist heel diep over dingen na. Als kind stelde ik mijn ouders al vragen als: ‘Waarom ben ik, ik?’ En: ‘Waarom zit ik in dit lichaam?’

Ik ben nu geheel klachten vrij en ongeveer een maand fulltime aan het werk in mijn nieuwe baan. Het is erg leuk en gaat heel goed. Als ik een pijntje voel, sta ik daarbij stil en denk: ‘Oké, wat is het dat ik niet wil voelen?’ Ik probeer ruimte te maken voor dat gevoel en vraag aan mijzelf: ‘Ben ik nog tevreden? Ben ik op dit moment wel iets aan het doen dat ìk belangrijk vind?’ Het blijft een zoektocht, maar dat is ook spannend. Ik sta niet te wachten op het terugkomen van pijn, maar ik weet nu hoe ik ermee om kan gaan. Dat vind ik iets heel krachtigs.

MIJN BOODSCHAP AAN mensen met onbegrepen pijnklachten

Voor alle mensen die te horen krijgen; leer maar leven met je pijn. Probeer je pijn eerst eens te benaderen op een holistische manier. Dit vraagt om zelfonderzoek en eerlijk in de spiegel kijken. Durf kritisch te kijken naar het ontstaan van je klachten. Vaak heb je meer inzicht dan je denkt. Ik hoop dat er meer aandacht komt voor deze aanpak binnen de reguliere gezondheidszorg.

Back To Top