Willeke
37 jaar, accountmanager

Klachten: long covid

In februari 2022 kreeg ik Covid. Het leek op een normale griep, behalve dat ik na een week verlof nog steeds ongelooflijk moe was. Het lukte me haast niet om 300 meter naar de dokter te lopen. Mijn huisarts begreep niet waarom ik niet opknapte. Ze liet een bloedtest en een hersenscan doen, waar niets uitkwam behalve een vitamine D-tekort. Ik sliep het grootste deel van de dag. Het was alsof er een vrachtwagen over me heen was gereden. Als ik ‘s morgens wakker werd, was ik nog net zo moe als de avond ervoor.

Ik was hypergevoelig voor geluid en licht en kon daardoor niet werken, niet lezen, geen normale gesprekken voeren met mijn man en kinderen en niet op m’n telefoon kijken. Ook had ik last van concentratie- en geheugenproblemen. Ik kon niks bijdragen aan het gezin. Als ik bijvoorbeeld de vaatwasser had uitgeladen, dan had ik de rest van de dag geen energie meer. Werken was hierdoor natuurlijk ook onmogelijk.

Dit was, achteraf gezien, de rustfase. Ik lag maanden op bed. Na een tijd kon ik luisteren naar rustgevende muziek, die ik uren op had staan. Soms dwong ik mezelf naar het parkje voor ons huis te gaan, maar meestal was dat al te veel. Maar op een dag ging ik erheen en had ik totaal geen klachten. Toen dacht ik: mijn lichaam is niet kapot! Ik kon het niet verklaren, maar het was wel een sleutelmoment.

Die terugvallen vond ik het zwaarst. Als ik me iets beter voelde, deed ik vaak meteen te veel. Dan ging ik een paar uur ergens heen en had ik drie weken tot een maand nodig om terug op niveau te komen. Dat was echt frustrerend en ontmoedigend. Ik voelde me alleen in mijn proces, omdat er niemand was die een verklaring of oplossing had en wist niet hoe ik het moest aanpakken. Ook vond ik het zwaar dat ik niet de moeder kon zijn die ik wilde – mijn kinderen waren toen 2 en 4 jaar.

Ik kocht een sporthorloge voor inzicht in mijn hartslag en energieniveau. Ik ontdekte dat ik vaak gestrest was. Ook begon ik met ergotherapie. Ik moest daarvoor een ingewikkelde dagindeling bijhouden in een Excel-sheet (de pacing methode), maar had hier niet de energie voor. Ik werd er alleen heel moe en somber van. Ook begon ik met fysiotherapie, maar omdat ik er nog niet aan toe was werkte het niet. Met deze concrete hulpmiddelen probeerde ik de controle terug te krijgen.

Ondertussen zei iedereen dat ik het maar moest accepteren. Maar hoe accepteer je op 35-jarige leeftijd dat je niet meer kan werken en niet de moeder, vriendin, vrouw, dochter kan zijn die je wilt zijn en dat je nergens energie voor hebt? Toch kwam die acceptatie na zes maanden.

Ik was erg gefocust op terugkeren naar werk, want dat was voor mij een teken dat ik beter zou zijn. Tot ik op een dag dacht, ‘weet je, dan werk ik toch niet meer. Ik ben er klaar mee’. Ik gaf het gevecht op, want er lag veel druk op beter worden. Ik zegde de fysio- en de ergotherapie ook op en ging gewoon doen wat ik kon, wat ik leuk vond en wat ik voelde dat goed was. Ik kon nog niet veel, maar begon met het grondig opruimen van mijn appartement. Elke keer een klein laadje of hoekje, en omdat ik daar dan meteen resultaat van zag, gaf me dat energie. Ik liet dus de zoektocht naar een oplossing gaan en ging gewoon weer ‘leven’. Dat was, achteraf gezien, de acceptatiefase.

En toen kwam de dag waarop ik weer hoop kreeg: ik zag een berichtje op Facebook van iemand die bijna hersteld was door de mind-body methode. Ik leerde dat het brein geconditioneerd kan zijn om dagelijkse handelingen als gevaar te bestempelen, waardoor het ook heel veel energie kost. En dat mijn lichaam onmogelijk kon herstellen als ik de fight or flight-modus stond. Omdat ik al wist dat mijn lijf niet kapot was, dacht ik: dit moet waar zijn! Ik ontdekte nu het ‘waarom’.

Dit was het begin van de opbouwfase. Ik ging aan de slag met het herprogrammeren van mijn brein door steeds te herhalen dat wat ik ging doen (bijvoorbeeld traplopen) veilig was. Dat ik het kon. Nog diezelfde middag reed ik al naar een winkelcentrum, waar ik een paar uur rondliep en boodschappen deed. Ik was in extase. Wat als het alleen een foutje in mijn brein was? Ook ging ik aan de slag met somatic tracking, dus het neutraal kijken naar je klachten zonder er een oordeel over te geven.

Ik las het boek The way out van Alan Gorden in één keer uit. Het was nog steeds geen makkelijke weg. De angst voor een activiteit zorgt er namelijk voor dat je hersenen het als een gevaar zien, waardoor het dus ook vermoeidheid gaat creëren om je ervoor te behoeden dat je niet meer gaat doen. Maar vanaf dat moment ging ik nog alleen maar vooruit.

Wat ik in die periode het moeilijkste vond, was om toch je limieten te zien: aan de ene kant wil je je brein laten geloven dat je het kan en dat het veilig is, maar aan de andere kant heb je nog limieten, want je moet je brein wel rustig laten wennen aan de nieuwe activiteiten die je lang niet hebt gedaan.

Ook merkte ik, bij het oppakken van dagelijkse dingen, dat plannen slecht lukte. Een neuroloog-psycholoog raadde me aan rustig weer te beginnen met lezen en ook letterspelletjes te doen. De revalidatiearts zei: ‘maar je weet dat het goed komt, toch?’ Alleen dat te horen was al zo fijn, dat iemand geloofde in mijn herstel.
Ik wilde zo snel mogelijk beter worden dus ik wilde het zelfs mijn herstel goed doen, zoals zoveel dingen in mijn leven. Ik twijfelde dan ook als ik mensen zag die sneller opknapten dan ik. Op een gegeven moment leerde ik dat ik op mijn gevoel mocht vertrouwen: ieder heeft zijn eigen weg in zijn herstel.
Ook had ik de neiging om alles af willen maken en mezelf weg te cijferen om dat te bereiken. Ik ontdekte die patronen en verwerkte de bijbehorende trauma’s in schema-therapie. Want die patronen helpen niet, geven stress en kosten alleen maar energie.

Wat ook ontzettend goed heeft geholpen is het toepassen van Journal Speak van Nicole Sachs. Daarbij mag je ongecensureerd op papier zetten, waar je last van hebt (dingen van vroeger, karaktereigenschappen, dingen van nu). Ik deed dat buiten met daarna een liefdevolle meditatie. Op een dag liep ik terug naar binnen en begon mijn mond gewoon te lachen, echt van binnenuit. Dat was zo magisch.

Ik kon nu emoties die ik had weggedrukt doorvoelen en daardoor loslaten, en dat zorgde ervoor dat ik vooruitging. Het kost namelijk veel energie die met je mee te dragen. Vooral merkte ik dat ik vaak boosheid had onderdrukt, en het werkte bevrijdend om die eruit laten. Hierbij heb ik ook veel gehad aan de geleide meditaties van Dolly (Magische Momenten-podcast).

Verder ben ik op een gegeven moment weer zelf gaan bewegen; kleine fitness-oefeningen die ik langzaam opbouwde, zonder schema’s, maar op gevoel. Het was heerlijk om mijn lijf sterker te voelen worden.

Wat me verder heeft geholpen is de Facebook-groep Mind Body Syndroom & Long Covid NL. Daar herkende ik de verhalen van andere ervaringsdeskundigen, las ik succesverhalen van mensen die waren opgeknapt door middel van de mind-body-methode en ontdekte ik de podcasts van The New Me en Lief klein Leven. Natuurlijk heeft ook de steun van mijn man, familie en vrienden erg geholpen. Ook heeft mijn werkgever me de tijd gegeven om op te knappen, wat erg fijn was. Tot slot werkte het afwisselen van cognitieve activiteiten (zoals werken op de computer) en manuele handelingen (de was opvouwen) erg goed.

Ik ben nu Willeke 2.0. Ik hoef niet meer terug naar mijn oude ik (die ging altijd maar door, door, door). Ik heb veel dingen geleerd, zoals beter naar mijn lichaam luisteren, beter grenzen stellen, meer oplaadmomentjes voor mezelf inplannen en leren wat echt belangrijk voor me is. Ik was op het moment dat ik Covid kreeg volledig losgekoppeld van mijn lichaam. Nu voel ik het meteen: stress of spanning in mijn kaken, vermoeidheid in mijn benen. Ik luister naar mijn lichaam.

Na 8 maanden ging ik weer leven, na een jaar weer werken. Nu, twee jaar later, kan ik zeggen dat ik vrijwel volledig ben hersteld. Ik was erg blij toen ik weer energie had om met mijn kinderen te spelen en er voor ze te zijn. Ook op professioneel vlak, waarop ik door dit alles niet de ontwikkeling heb kunnen maken die ik voor ogen had, vertrouw ik erop dat de toekomst nog veel mooiere dingen voor mij in petto heeft.

Inmiddels kan ik vrijwel alles doen wat ik wil; ik heb keihard op een bruiloft staan dansen tot het einde, kan weer op trips met de kinderen en heb pas tien kilometer gewandeld met een hoogteverschil van 400 meter. Wel let ik goed op de balans en neem ik regelmatig pauzes. Als ik op dit niveau blijf is het goed, en als er nog een stapje bij komt, dan laat ik dat graag binnen.

Mijn boodschap aan de GEZONDHEIDSZORG

In mijn proces had ik graag steun gekregen van mijn huisarts. Ook was het fijn geweest als ze wat over mind-body had geweten. We zijn zo gewend om onze dokters te geloven, maar als ik alleen dat had gedaan was ik vandaag niet geweest waar ik ben. Ik heb geleerd te vertrouwen op mezelf, dat mijn emoties er mogen zijn, dat ik die mag uiten en dat ik weet wat goed voor mij is in mijn herstel. Tot slot had ik graag, toen ik jong was, geleerd om emoties te doorvoelen. Ik denk dat dat essentieel is en dat het veel gezondheidsproblemen kan voorkomen.

Back To Top