Kim
29 jaar, verpleegkundige

Klachten: buik- en maagpijn, vermoeidheid

Mijn hoofdklacht was buikpijn en maagpijn. Deze klachten waren spontaan in de nacht begonnen. Ik ging midden in de nacht naar de spoedeisende hulp. Ze konden niets vinden. Ik heb in twee ziekenhuizen onderzoeken en een kijkoperatie gehad. Ik werd onderzocht door een chirurg, MDL arts en gynaecoloog. Maar er kwam geen verklaring voor mijn klachten. Artsen konden mij niet verder helpen.

Eigenlijk kon ik alleen nog maar thuis op de bank liggen.

De klachten zijn toen niet meer over gegaan. Ook kreeg ik klachten van vermoeidheid. Door de pijn en vermoeidheid ben ik in mijn proeftijd als verpleegkundige ontslagen. Ik kon geen activiteiten meer ondernemen door de pijn. Eigenlijk kon ik alleen nog maar thuis op de bank liggen en als ik geluk had het huishouden een beetje doen. Alles was erg vermoeiend en pijnlijk.

Mjjn klachten waren al vier maanden op hetzelfde niveau, voordat ik in contact kwam met een arts die bekend is met SOLK. Na vijf maanden contact met hem waren mijn klachten verdwenen. Ik was ‘toevallig’ een krantenartikel tegengekomen waarin deze arts vertelde over zijn onderzoek. Via de site heb ik toen contact met hem gezocht.

De start was het vertellen van mijn klachten, mijn verleden en mijn heden. Zo zijn we gekomen tot het zogenaamde negatieve Zelfbeeld. Gevoelens van afwijzing, onzekerheid en afhankelijkheid, die ik voelde. Hierin is niets voorgezegd of verteld. Ik schreef mijn verhaal en hij stelde vragen over wat ik opschreef.

Mijn perfectionisme, in combinatie met een gevoel van in de steek gelaten te worden, zorgde voor de grootste problemen.

De vervolgstap was om mijn negatieve Zelfbeeld te herkennen in de dagelijkse praktijk. Ik moest situaties opschrijven en analyseren. Zelf kijken op welke manier mijn gevoelens omhoog kwamen en hoe ik hiermee omging. Nadat ik deze gevoelens wat beter kon herkennen, werden er manieren uitgelegd hoe je op situaties kon reageren, cognitief en vanuit de emotie. Leerdoel hiervan was dat ik zou gaan inzien hoe ik reageerde. Uiteindelijk leerde ik hoe ik mijn negatieve Zelfbeeld kon ombuigen naar een positief Zelfbeeld en wat er nodig was om mijn negatieve gevoelens te verwerken. Gedurende deze oefeningen merkte ik dat ik bewuster en zelfverzekerder werd.

Mijn perfectionisme, in combinatie met een gevoel van in de steek gelaten te worden, zorgde voor de grootste problemen. Ik cijferde mezelf weg voor anderen en stelde me afhankelijk op.

In een korte tijd zagen vooral anderen mij in positieve zin veranderen, maar ikzelf durfde hier nog niet op te vertrouwen. Mijn vertrouwen in mijzelf en dat ik voor mezelf op mocht komen, kwam pas op het moment dat ik twee weken vakantie had gehad.

Twee weken waarin ik niets hoefde en nergens mee bezig was. Op deze vakantie had ik de tijd om over dingen na te denken, rustig te praten met mijn vriend en vooral te beseffen wat belangrijk voor mij was. Zelfvertrouwen en zelfbewustzijn. Niet afhankelijk zijn van anderen. Perfectionisme durven loslaten. Niet alles loopt zoals je van te voren uitgestippeld hebt. Het leven loopt zoals het loopt. Dit alles daalde in op deze vakantie en de weken erna. Ik had het niet meteen door, maar mijn klachten waren op een gegeven moment zo goed als verdwenen. Mijn klachten waren mijn graadmeter en houvast voor mijn herstel. De arts was mijn onderbewustzijn en degene die mij wees op dingen, die ik zelf deed en zei. Hij liet me nadenken en daardoor verwerkte ik dingen.

De arts en zijn therapie hebben mij handvatten gegeven voor mijn hele leven.

Nu, zes jaar later, pluk ik hier nog regelmatig de vruchten van. Ik kom nog steeds in situaties waarin ik de neiging heb om mijn negatieve gevoelens de overhand te laten hebben. Maar nu weet ik wat er speelt, wat ik kan doen en hoe ik ermee om kan gaan. Het gaat nog niet altijd zoals ik wil, maar ik heb er geen last meer van. Als het niet meteen lukt om op een goeie manier met een situatie om te gaan, kan ik er later over nadenken en het analyseren.

MIJN BOODSCHAP AAN DE GEZONDHEIDSZORG

Het uitsluiten en uitzoeken van lichamelijke oorzaken blijft voorop staan. Maar het psychische stuk moet niet vergeten worden. Artsen hebben in mijn ogen te snel de neiging om aan te geven dat er geen lichamelijke oorzaak is en dat ze er dus niets mee kunnen. Andersom merk ik als verpleegkundige, dat als mensen vaak terugkomen met dezelfde klachten, dit vaak niet meer serieus genomen wordt. Terwijl ik zelf heb ondervonden dat je lichamelijke klachten wel echt kunnen zijn, ook als er niet een lichamelijke oorzaak voor gevonden wordt.

Samenwerking tussen artsen voor het lichaam en artsen voor de psyche, om het zo maar te zeggen, is belangrijk. Ik heb het gevoel dat als er geen lichamelijke oorzaak gevonden wordt, er op een vervelende manier gezegd kan worden dat het ‘wel tussen je oren zal zitten’. Daarmee wordt de patiënt niet serieus genomen. Als artsen meer samenwerken kan de patiënt op een respectvolle manier naar een ander toegestuurd worden.

Back To Top